Narcismeblog: “52 weken zonder de narcist” – Week 23: Traumabonding met de narcist
Trauma bonding: als overleven zich vermomt als liefde
Ze zeggen wel eens: “Tough times require tough people.” Klinkt stoer. Klinkt krachtig. Maar het is niet helemaal waar. Want echte kracht ontstaat zelden op bevel. Ze groeit langzaam – vaak uit noodzaak. Niet uit keuze.
Traumabinding is een schrijnend voorbeeld van die tragische kracht: een overlevingsmechanisme dat eruitziet als loyaliteit. Als liefde. Als toewijding. Maar onder de oppervlakte schuilt een ander verhaal.
Wat is trauma bonding eigenlijk?
Traumabinding – of trauma bonding – ontstaat wanneer er een sterke emotionele band gevormd wordt tussen slachtoffer en dader, vaak in een cyclus van misbruik, spanning en tijdelijk herstel. Deze dynamiek komt veel voor in relaties waarin sprake is van emotionele of fysieke mishandeling, maar ook in situaties met structurele manipulatie, zoals bij narcistisch misbruik.
De essentie? De dader biedt afwisselend pijn én “liefde”, waardoor het slachtoffer telkens opnieuw hoopt op herstel. Het brein leert deze onveilige verbinding te normaliseren – als een soort verslaving aan opluchting. De momenten van bevestiging voelen dan des te krachtiger, juist omdat ze zo schaars zijn.
Vaak is er ook sprake van isolatie, schuldinductie en verwarring. Het slachtoffer blijft hangen – niet omdat het niet beter weet, maar omdat het overlevingsmechanisme het overneemt van de vrije wil. Je blijft hopen, aanpassen, volhouden. Niet uit naïviteit, maar uit een diepe, aangeleerde noodzaak om te overleven in een omgeving die je emotioneel ondermijnt.

De kikker in het water
Misschien ken je het verhaal: een kikker springt uit een pot kokend water. Logisch. Maar zet je diezelfde kikker in koud water dat je langzaam aan de kook brengt, dan blijft hij zitten. Hij past zich aan. Tot hij vergaat.
Zo werkt traumabonding. De narcistische partner gooit je zelden meteen in de hitte van totale controle of misbruik. Nee – het begint klein. Charmant. Aantrekkelijk zelfs. Je voelt je gezien. Bijzonder.
En dan komen de eerste voorwaarden. Kleine opmerkingen. Vage kritiek. Verwachtingen die net een beetje knellen. Maar ach – je past je aan. Want je wil de verbinding behouden. Je wil dat de ander blijft glimlachen zoals in het begin.
Steeds meer geven, steeds minder voelen
Langzaam maar zeker begint het schuiven. Twee stappen achteruit voor jezelf, eentje vooruit voor de relatie.
Je cijfert je hobby’s weg. Je past je communicatie aan. Je vermijdt onderwerpen. Je lacht mee met wat je eigenlijk pijn doet. En het gekke is: de buitenwereld ziet vaak een sterke versie van jou. Een loyale partner. Een betrokken ouder. Iemand die het allemaal trekt.
Maar binnenin leef je in functie van de ander. Je ontspanning, je waarden, je rust en zelfs je eigenheid… je levert het in. En dat gaat zelden weer vanzelf terug.
Het bedrog van gewenning
Wat trauma bonding verraderlijk maakt, is de manier waarop het systeem je leert functioneren. Je ontwikkelt een indrukwekkende draagkracht. Je leert de ander lezen. Je weet wanneer het “veilig” is om te spreken, te voelen, te bewegen. Je perfectioneert jezelf in het vermijden van conflict.
En daardoor zie je het niet altijd meer als problematisch. Je denkt: “Ik ben gewoon gevoelig. Ik ben gewoon loyaal. Ik kan dit aan.” Maar de prijs is hoog: je leeft op automatische piloot. Je raakt vervreemd van wat je zelf wil, voelt, denkt. Je vindt normaal wat de ander verlangt – maar je voelt er niks meer bij. Behalve spanning.
Liefde of loyaliteit?
De verwarring zit vaak in taal. Je noemt het liefde. Toewijding. Relatietrouw. Maar als je eerlijk voelt, is er iets anders aan het werk. Geen liefde, maar angst om de ander kwijt te raken. Geen keuze, maar aanpassing. Geen gelijkwaardigheid, maar afhankelijkheid.
Traumabonding is geen teken van zwakte. Het is een vorm van diepe overlevingsintelligentie. Het toont aan dat jij je zó hebt aangepast aan onveilige situaties, dat je functioneel bent geworden in een context die niet oké is.
En dat vraagt erkenning – geen schaamte.
Hoe kom je eruit?
Niet door meteen grote sprongen te maken. Net zomin als je in één keer in die situatie bent beland, kom je er in één keer uit. De beweging is omgekeerd even langzaam – maar wel richting jezelf.
Erken wat er speelt – niet per se in de relatie, maar in jezelf. Merk je hoe vaak je alert bent? Hoe weinig je ontspant? Hoe ver je van je eigen spontaniteit verwijderd bent?
Doorbreek het script – kleine dingen. Stel een grens. Zeg een keer “nee” zonder uitleg. Ga iets doen dat je partner oninteressant vindt, maar waar jij van opbloeit.
Zoek bondgenoten – mensen die jou kennen van vóór deze relatie. Of mensen die zelf door zo’n dynamiek zijn gegaan. Laat hun woorden jouw realiteitscheck zijn.
Verzamel jezelf terug – letterlijk: herinner wie je was, wat je leuk vond, wat je voelde, wat je wenste. Dat ben jij nog steeds.
Tot slot
Traumabonding is geen domme keuze. Het is een diep geleerde overlevingsstrategie. Maar je bent niet meer dat kind dat moet overleven in een onveilige thuissituatie. Je bent een volwassene die mág kiezen, voelen en begrenzen.
En ja, dat is eng. Ja, dat doet pijn. Maar het is ook de poort naar vrijheid. Naar jezelf. Naar liefde die geen pijn hoeft te doen om echt te zijn.
Sta stil bij waar je nu staat. En herinner je: de kikker die springt, leeft nog. Ook al heeft het water lang gesudderd. Jij mag eruit.
En jij komt eruit. Stap voor stap. Rug recht. Hart open.
Tot volgende week
Jeroen